Door de bergen van Sofia naar Yagodina
In twee weken door de bergen van Sofia naar Yagodina: de Bulgarijegroepsreis 2018
Eerste overnachting Aleko hut
Op maandag 30 juli lieten wij (Annelies de Wildt, Bram Schouten, Josette van Luytelaar, Marianne Sprengers, Maud Leenhouts en Arjan Schuiling) warm Nederland achter ons om aan te komen in een regenachtig Sofia. Ons eerste onderkomen, berghut Aleko, had een busje naar het vliegveld gestuurd zodat we de eerste 1800 meter stijgen rustig aan ons voorbij zagen trekken vanuit de busstoel.
Aleko heeft twee gezichten. Het oude deel heeft sinds de communistische periode nauwelijks meer een verfje gehad, het nieuwe deel onderscheidt zich nauwelijks van een hotel met tweepersoonskamers en comfortabele bedden. Gelukkig had degene die voor ons alle boekingen heeft verricht, goede vriendin en zakenpartner Mihaela Kircheva, ons in het nieuwe deel ondergebracht.
Geen koffie
Een goede nachtrust kwam ons wel van pas want de eerste wandeluren waren allemaal stijgend naar Cherni Vrah (Zwarte Rots op 2290 meter). We hielden het wel droog maar laaghangende bewolking dwong ons dicht bij elkaar te blijven om elkaar niet uit het oog te verliezen. Het bereiken van de top leverde niet de gehoopte koffie op. Het hutje bovenop Cherni Vrah was dicht en evenmin konden wij genieten van de 360 graden uitzichten die de top van natuurgebied Vitosha normaal gesproken biedt.
Knieproblemen
Gelukkig trok de lucht tijdens de afdaling open maar daar kwam een nieuw probleem voor in de plaats. Annelies kreeg tijdens het afdalen last van haar knie. Het overnemen van haar rugzak zorgde voor enige verlichting maar het tempo was er wel een beetje uit. Plannen om vanuit Yarlovo nog door te lopen naar het eindpunt van die dag, Belchin, werden al snel overboord gezet. Ons hotel in Belchin, Belchin View, bood ons fijne kamers, een geweldige vegetarische maaltijd en mijzelf de eerste kans om buiten te slapen.
Tientallen ooievaars en een klein stukje fietspad
De volgende dag was de eigenaresse van Belchin View bereid om Annelies met haar auto naar hotel Zodiac in Samokov te brengen ons derde overnachtingsadres. Met een vijftal liepen we de relatief lichte etappe langs vele dorpjes, tientallen ooievaars en zowaar een stukje fietspad. In Samokov voegde ook gids Grigor Stoyanov zich bij ons om behulpzaam te zijn bij de oversteek van het Rila-gebergte.
Omhoog naar berghut Mechit
De etappe naar ons eerste overnachtingsplaats in Rila, berghut Mechit, was ook niet overdreven zwaar ondanks dat de hele route omhoog liep van zo’n 900 meter (Samokov)
tot 1750 meter (Mechit). Het ochtenddeel tot aan het langgerekte dorp Govedartsi loopt langs de woest stromende Iskarrivier en gaat daarom mooi geleidelijk omhoog en pas in de middag werd het steiler en begon het zweten. Net als de
dag ervoor liepen we met zijn 5-en. Gids Grigor was er weliswaar bijgekomen maar Maud was met haar blaren en Annelies achtergebleven in Samokov waar zij zich prima vermaakten.
Langs de historische Emperor’s Road
De volgende dag stond onze zwaarste wandeldag op het programma vanuit Mechit via de historische Emperor’s Road omhoog bijna tot aan de piek van Golyam (grote) Mechit (2568 meter). De klim voltrok zich wederom bijna helemaal in de wolken maar tijdens de afdaling trok het open en vanaf dat moment hebben we eigenlijk nooit meer een wolkje aan de Bulgaarse hemel gezien.
Paddenstoelen en Broom?
Zelf vond ik die afdaling landschappelijk gezien het hoogtepunt van deze route. Beginnend in een weidse vallei, langs alpenweiden vol koeien, rakend aan een meertje om uiteindelijk te eindigen in een bos barstensvol cantharellen: een eetbare paddenstoel en een absolute favoriet van mij.
Niet iedereen had evenveel aandacht voor deze landschappelijke hoogtepunten want zowel Josette als Marianne liepen op hun laatste benen. Met als gevolg dat Bram ver voor ons uitliep en dat leidde tot de volgende dialoog tussen mij en gids Grigor:
Grigor: Broom?
Arjan: What do you mean?
Grigor: Broom?
Arjan: I don’t understand what you mean with Broom
Grigor: the guy Broom where is he?
Arjan: Oh you mean Bram I think he is ahead of us
Klam welkom
De aankomst na deze zware wandeling was niet helemaal zo verwelkomend als wij hadden gehoopt. Annelies en Maud waren er al en hadden al het beddengoed buiten te drogen gehangen want het was allemaal nogal nat en klammig. Mijn verzoek om bij het eten wat cantharellen mee te bereiden werd afgewezen.
Op het moment dat de mannelijke beheerder van ons bungalowpark met zijn auto kwam binnenrijden verbeterde de sfeer en konden wij een ingewikkelde transportdeal tot stand brengen met hulp van Grigor.
Rilaklooster of ‘licht’ lopen
Eerste onderdeel van de transportdeal was dat de ‘mannen’ een stuk op weg werden geholpen met de auto, de dames daarna een bezoekje konden brengen aan het Rilaklooster en daar door de bagagetransporteur werden verder vervoerd naar Semkovo. Een ander gevolg van deze ingewikkelde deal was dat de ‘mannen’ een deel van hun bagage hadden kunnen meegeven en lekker ‘licht’ konden lopen die dag.
Licht staat tussen aanhalingstekens want vanaf 1000 meter moesten wij klimmen naar ruim 2200 meter waar zich de Makedonia hut bevindt. Achteraf gezien maakten wij het ons moeilijker dan nodig was door een met EU-geld aangelegd voet- en fietspad te negeren dat keurig op hoogte bleef en een voetpad te volgen dat zich eerst omlaag stortte om zich daarna als een soort steile wand weer omhoog te bewegen.
Schaapskudde kruisen
Tijdens de afdaling van Makedonia naar Semkovo was het nog even opletten want we kruisten een grote schaapskudde met honden. Doordat Grigor met de herders kon communiceren kregen wij precies te horen wat we wel en niet moesten doen. Ons onderkomen, een gebouw van de universiteit in Sofia was niet eenvoudig te vinden maar de dames die er al eerder waren konden ons er naar toe leiden.
Vrijgevige zigeuners en oude vrouwtjes
Vanuit Semkovo vertrokken we voor de eerste en enige keer als zevental richting het wat lager gelegen Yakoruda. Het vele dalen was niet ideaal voor de kwetsbare knie van Annelies maar toen ze de zigzagtechniek toepaste ging het steeds beter. Door een groep barbecuende zigeuners werden Annelies en ik overladen met eten en niet lang daarna stopte een oud vrouwtje mij ook nog eens grote hoeveelheden cantharellen en kruidenthee toe.
Bij een leuk restaurantje bij het park van de Dansende Beren, een berenopvang, namen we afscheid van gids Grigor die gelukkig via een ingewikkeld parcours nog dezelfde avond zijn woonplaats Sofia wist te bereiken.
Bram heeft een ontmoeting
Het overgebleven zestal was erg in zijn nopjes met ons meest luxueuze onderkomen hotel Helier in Yakoruda van eigenaar Sarkiss Essayan een voormalige American Footballplayer. De volgende dag ging het mannenduo lopend op weg naar Cherna Mesta waar drie dames (minus Annelies) door Sarkiss heen werden gebracht. Sarkiss liep tegenover hen leeg over de tegenwerking die hij ondervindt bij het realiseren van zijn grootse bouwplannen van de Bulgaarse bureaucratie en corruptie. Op het punt dat we die dag de grote weg raakten pikten Sarkiss en Annelies ons op met uitzondering van Bram die graag elke meter van de Sultan’s Trail wil belopen. Hij kreeg nog een zwaar stuk voor de kiezen plus een ontmoetingen met een wild beest.
The Bodyguard
Wij werden in Yondola opgewacht door de getatoeëerde bodyguard Kotzu die ons op zijn mountainbike naar Vila Boshnakovi voorging. Het zelf gebouwde chaletje aan een beekje werd kort door ons bewonderd en toen sleepte Kotzu ons al mee het veld in om onze eigen kruidenthee bij elkaar te plukken. Na de thee pookte Kotzu de barbecue op voor een heerlijke vlees- en vegetarische barbecue.
’s Ochtends vroeg gingen Kotzu en ik met de mountainbikes naar uitzichtpunt Pashovi Skali en kwamen terug met een cake voor de jarige Marianne. Op advies van onze gastheer probeerden wij een nieuwe route uit naar Velingrad. Iedereen vond het een mooie route, maar in kilometers is het bijna anderhalf keer zo ver als de route die de vorige keer is gelopen en bovendien leiden de laatste 6-7 kilometer over asfalt dus ik denk toch dat dit geen blijvertje wordt.
Geen water wel zwembad
Wij wisten ons nog een deel van de asfaltroute te besparen door een bus te nemen maar toen we bezweet in ons prachtige hotel aankwamen was er geen water. Vervolgens stuurden de hotelmensen ons de verkeerde kant op naar een zwembad waar wel water zouden zijn en uiteindelijk hielden slechts drie van ons het zo lang vol dat we in het zwembad belanden.
Meer van Batak
Velingrad markeert de overgang van het Rilagebergte naar de Rhodopen en op de scheidslijn tussen die twee ligt onder andere het meer van Batak. Daar waar ik de vorige keer met zus Marieke en zwager Rolf-Jan de grootste moeite had om via een directe manier bij het meer te komen lukte dit nu dankzij de navigatiekunsten van Bram bijna probleemloos. Bijna want niet al te ver van het meer af waren wij plotseling Bram en Marianne kwijt en moesten fluitjes uitkomst brengen.
Liftavonturen
In het toeristische vakantiedorpje Tsigov Chark wilden de dames en ik gaan liften terwijl Bram langs de weg het laatste stuk naar Batak zou dichtlopen. Het liften wilde in eerste instantie niet echt vlotten en ik liep weer terug het dorpje in om mijn watervoorraad aan te vullen waarbij ik iemand in een auto aansprak of die toevallig naar Batak reed en er werd gebaard dat ik in kon stappen. Langs de weg zag ik geen van de 4 dames dus ik nam aan dat die ook een lift hadden gekregen maar bij het hotel aangekomen was alleen Bram er en geen van de dames. Ik ging op zoek naar iemand die bereid was om te helpen terug te rijden naar Tsigov Chark en de dames op te pikken.
Brexit en politieauto’s
Uiteindelijk kreeg ik hulp van een politieman die Engels sprak en met mij in een auto stapte die elke paar kilometer afsloeg ondertussen werd ik geacht een gefundeerde mening over de Brexit te hebben, want de onderbetaalde politieman overwoog de ‘modern slavery’ van een baantje in de UK. Terwijl we met horten en stoten terugreden druppelden via de App de berichtjes binnen dat iedereen inmiddels een lift naar Batak had gekregen en dat ik met mijn politieauto weer kon omkeren.
Vila Romantika
Via de vriendelijke politieman, Angel, kreeg ik de naam van een vriend door die ons de volgende dag (32 kilometer) wel een slinger wilde geven om die lange etappe wat in te korten. Er was wat gedoe om op de afgesproken plek te komen maar de Google Maps van Annelies bracht uitkomst. Natuurlijk maakte Bram geen gebruik van dit aanbod en maakte de volle 32 kilometer vol naar het prachtig aan een meer gelegen Vila Romantika vol. Dat hij maar kort na ons aankwam dat kan hebben gelegen aan een klein navigatiefoutje van de schrijver van dit stuk, maar dit deel van de wandeling herinner ik me niet meer zo goed (ja, het was mijn fout).
Laarzen als vogelnestjes
Er waren er die graag wat langer in Vila Romantika waren gebleven maar toch waren we alweer redelijk bijtijds op pad voor een makkelijk begaanbaar pad stroomafwaarts langs een beekje. Na de lunch volgde echter nog een gemene, lange, steile klim voor we op een door koeien vertrapt plateau aankwamen. Ook de afdaling was niet eenvoudig maar plots doemde daar berghut Orpheus op en enkele honderden meters verderop lag ons onderkomen Vila Perika vol grappig bij elkaar geknutselde items in de tuin (aan bomen gespijkerde laarzen die waren uitgegroeid tot vogelnestjes bijvoorbeeld). Alleen gastheer Bilgin was er niet en dus vroeg ik bij berghut orpheus een lift naar het vijf kilometer verderop gelegen Borino waar ik Bilgin waarschijnlijk wel zou vinden. Ruim voor de 5 kilometer voorbij waren kwamen we Bilgin echter al tegen en verwisselde ik van auto.
Opgebaard
Ook hier sliep ik weer buiten en op advies van Josette had ik mijn matras bovenop een eettafel gepositioneerd. Gevolg was dat het eruit zag of ik daar lag opgebaard wat tot grote hilariteit leidde. De volgende dag liepen we alsnog die 5 kilometer naar Borino waar we langs gingen bij het door Bilgin gerunde regionale toeristencentrum waar we ons traditionele stempeltje in ons wandelpaspoort kregen. Vervolgens regelde Bilgin voor ons een busje naar de ingang van de kloof van de Devil’s Bridge waar ik voor het eerst in mijn Bulgaarse wandel carrière diverse auto’s met andere wandelaars tegelijkertijd met ons zag beginnen.
Via de steile wand naar Eagle Eye
Ook voor Bram die de kloof al in april had gelopen had Bilgin vervoer geregeld naar Devin waar een bus naar Plovdiv zou moeten vertrekken maar die bus bleek er niet te zijn dus moest Bram dit stuk met de taxi doen. Voor ons zou er een auto wachten aan het eind van de kloof maar die bleek er ook niet te zijn. Omdat dit echter 1 van de meest toeristische regio’s van Bulgarije is was dit vrij makkelijk te ondervangen want binnen de kortste keren kwam er een auto voorrijden die ons naar het centrum van Yagodina reed. Daar werden we overgeladen in een fourwheeldrive en onze chauffeur deed wat staaltjes steile wandrijden naar de top van Sveta Elia waar uitkijkplatform Eagle Eye. Ik was daar 2x in mijn dooie eentje geweest, maar op deze zaterdag stonden er wel tien auto’s vol mensen.
Gaitaconcert
Marianne en Maud durfden ook de rit naar beneden met onze stuntpiloot aan en namen de bagage mee naar guesthouse Milka. Josette, de van haar knieproblemen herstelde Annelies en ik liepen naar Milka waar we niet de enige Nederlanders waren. Onze charmante, vloeiend Engels sprekende gastheer Kosta transformeerde later op de avond in gaitaspeler de traditionele doedelzakmuziek zo typerend voor de Rhodopen.
Vallende sterren
Ik sliep die nacht weer buiten onder een spectaculaire sterrenhemel met enkele duizenden sterren waarvan er af en toe eentje naar beneden viel een vurige staart achter zich aanslepend. De volgende dag ging het via diverse etappes naar de Bulgaarse hoofdstad waar we onder het genot van een laatste avondmaaltijd onze wandelavonturen evalueerden.
Volgende keer mee?
Wil je ook een keer zo’n Bulgaars wandelavontuur meemaken? Hou de wandelagenda op de website van Sultan’s Trail in de gaten of neem contact op met Bulgarijecoördinator Arjan Schuiling of bezoek een voorlichtingsbijeenkomst van Sultan’s Trail of onze stand op één van de beurzen.