Tegenstellingen Door Maarten Mols
Ik kijk met zeer veel voldoening terug op mijn fietsavontuur van Gemert naar Istanbul. Van 25 april tot 1 juli was ik onderweg. Qua afstand was het bijna een dubbele Sultans Trail. Eerst een kleine 2000 km om van Gemert via Praag in Wenen te komen. Vandaaruit naar Istanbul was nog eens ruim 2000 km. Een tocht vol fascinerende tegenstellingen.
Godsdienst – atheïsme
Hoewel ik opgroeide in een katholieke Brabantse omgeving – inclusief doop en communie – heb ik me op een bepaald moment laten uitschrijven uit de katholieke kerk. Ik geloof in atheïsme en humanisme. Dat levert al meteen de eerste tegenstelling tijdens mijn tocht: als atheïst bezocht ik veel kerken, kathedralen, moskeeën en synagogen. Tijdens de Sultans Trail ga je van rooms-katholiek en protestants-christelijk via orthodox-christelijk naar islam. Ik vind het fascinerend en zelfs verbazend om te merken dat de grote religies voor zeer veel mensen zo belangrijk en allesbepalend waren en soms nog zijn. En dat ze zoveel sporen hebben nagelaten. Dat begint al met de vele honderden beelden en kruizen langs de route. Maar de grote gebedshuizen kun je natuurlijk niet missen. Ik ben vaak onder de indruk van de enorme gebouwen die er in het verleden voor religies neergezet werden. Er hangt een aangename stilte, een fijn contrast met de stadse drukte. Want stilte is een mooi geluid, bedacht mijn echtgenote al ooit. Ik heb beslist respect voor de mensen die nog in een god geloven. Maar ik kan me ook erg verbazen over – ja zelfs ergeren aan – het feit dat er zo ontzettend veel geld uitgegeven is aan diezelfde gebouwen. Soms moest een nieuw gebedshuis toch weer groter, hoger of mooier zijn dan dat van een collega-bisschop. Met – vooral bij de christelijke gebouwen – nóg weer meer goud en andere bling-bling. Dat stoort me, omdat het geld ook besteed had kunnen worden aan primaire levensbehoeften van het gewone volk. De (voormalige?) rijkdom van de kerk versus de armoede onder het volk, ook al zo’n tegenstelling. Of de uiteenlopende religieuze opvattingen die zelfs tot oorlogen leidden.
Ernst – humor
Je zou er somber van kunnen worden als je op zo’n lange tocht alleen aandacht hebt voor serieuze, historische of actuele conflicten op religieus of politiek gebied. Er waren gelukkig ook veel luchtige momenten. Op mijn blog istanbulfiets.wordpress.com plaatste ik af en toe verzamelde ‘Glimlachmomentjes’. Die waren er veel. Naast joodse en christelijke begraafplaatsen zag ik bijvoorbeeld een heus kerkhof voor huisdieren en zelfs een laatste rustplaats voor wieldoppen. Toen ik daarmee bezig was, begon ik zelfs een grote stapel boomstammen als kerkhof te zien. In datzelfde rijtje paste een plank boven een ontbijttafel in een hostel. Er stonden een stuk of zes oude broodroosters met als begeleidende tekst: ‘In loving memory of those toasters that gave their lives for your breakfast’. Briljante humor.
Een ander origineel monument dat me hardop liet lachen stond in een klein Oostenrijks dorpje. De vertaling van het bordopschrift bij het Einzelsockenmahnmal luidt zoiets als: ‘Toon samen met ons vandaag even wat eerbied voor het kledingstuk dat het meest met voeten getreden wordt. Blijf een minuutje staan en gedenk alle singles die in de sokkenlade een eenzaam en triest bestaan leiden.’ Daarbij hingen er honderden alleenstaande sokken aan waslijnen en droogmolens. Compleet met een lauwerkrans van dennentakken en zelfs een wasmachine. Droge humor rondom een fenomeen dat iedereen kent. Heerlijk!
Samen – alléén
Het sokkenmonument vormt een bruggetje naar het sociale aspect van de Sultans Trail. Het viel mij op dat ik erg weinig fietsgenoten getroffen heb. En – zoals ik het beleefd heb – mijn solotour was echt een solotoer. Ik bedoel daarmee dat ik voornamelijk alléén was. Omdat ik geen Slavische taal spreek en veel lokale mensen geen Engels, Duits, Frans of Spaans, was het meestal niet mogelijk om een gezellig praatje te maken. De communicatie bleef veelal beperkt tot vragen naar een supermarkt, iets bestellen in een winkel of proberen een moment af te spreken om de via Booking gereserveerde kamer te kunnen binnengaan. Dat sociale contact met de lokale bevolking heb ik wel gemist. Ik ben dan ook – méér dan tijdens mijn fiets/looptocht naar Santiago de Compostella in 2017 – op social media actief geweest en met mail/telefoon/WhatsApp in contact gebleven met het thuisfront. Die keren dat er wel contact was, zelfs met zeer beperkte taal, waren echter goud waard.
Op een hete dag zat ik te pauzeren op een zandpaadje. Een busje reed de zijweg in en kwam er even later weer uit. Het busje stopte, de chauffeur stapte uit, groette me met “Assalamu alaikum”, overhandigde me een koud flesje Ayran – een soort karnemelk – en stapte al groetend weer in zijn wagen. Mij verbouwereerd achterlatend. Wauw! Elders kreeg ik van een bewoonster spontaan twee abrikozen. En weer op een andere dag stopte een auto aan de overkant van de weg. De chauffeur informeerde naar mijn reisdoel, toonde zijn enorme respect toen ik ‘Istanbul’ noemde en gaf me spontaan een reep chocolade. En toen deze auto weg was, kwam er een echtpaar van hun inrit de straat opgelopen die met het éénwoordzinnetje “Rotterdam” – daarbij naar zichzelf gebarend – contact zochten. Ze waren duidelijk in deze stad geweest of hadden er gewoond en voelden dus binding met die vreemdeling op de fiets die het woord Amsterdam had uitgesproken. Leuk!
Binnenkant – buitenkant
Toen ik in de loop van de Trail steeds meer oude grote gebouwen had gezien en/of bezocht, bedacht ik dat het met historische gebouwen hetzelfde is als met mensen: het gaat vooral om de binnenkant, maar het is de buitenkant die je als eerste ziet. Soms laat je het daarbij, soms ga ja binnen en word je totaal verrast of overweldigd. In Budapest liep ik toevallig langs de op één na grootste synagoge ter wereld, met plaats voor 3000 mensen. Ik zocht er bij een kopje koffie wat over op en besloot hem te bezoeken. En zelfs de binnenkant van het gebouw vond ik nog een soort buitenkant. Het joodse verhaal hoor je namelijk pas als de gids begint te praten. En dat maakte weer eigen herinneringen los aan Yad Vashem in Israël en aan Auschwitz. Het opschrift Emlékezzünk (= let us remember) op een marmeren plaat roept op om de holocaust niet te vergeten. Het maakt je stil. Maar joodse mensen vinden ook troost in humor. Toen iemand aan de gids vroeg of een rabbijn tijdens de sabbat wél mag werken, antwoordde hij droog: “That’s not work, that’s service. Do not try to understand Jewish people, it’s impossible”. Dat soort momenten gaven mijn tocht glans.
Klimmen en afdalen
De tegenstelling klimmen en afdalen is van totaal andere aard, maar mag in deze tekst niet ontbreken. Het is op heel veel trajecten namelijk dagelijkse kost. Elke keer weer verbaasde ik me erover dat je bergop zo vlug snelheid verliest. Als ik met 40 km/h (of méér) een gladde asfaltweg afging en ik zag een nieuwe stijging aankomen, dan had ik heel vaak de overtuiging dat ik de ‘nieuwe bult’ alweer een heel eind zou kunnen bedwingen zonder te trappen. Mis! Binnen de kortste keren stond ik dan weer zo goed als stil. Het was een sport om dan het schakelen zo te plannen, dat ik bergop in een lage versnelling meteen weer verder kon. Heb je de verkeerde tandwielen, dan moet je geheid afstappen. Ik vind dat leuke uitdagingen en merkte dat ik er steeds beter in werd om vooruit te denken. Daar geniet ik dan van. Je moet tenslotte ergens je plezier uit halen …
Tot slot
Je zou rondom zo’n tweemaandentocht nog tal van andere tegenstellingen kunnen uitwerken. Leven in het nu versus de geschiedenis. Glad asfalt tegenover hobbelig grint of gaterig beton. De gewone mens versus beroemdheden en bobo’s. De enorme drukte van Istanbul versus de heerlijke stilte van de Hongaarse poesta’s. Gutsend zweet bij een blauwe hemel tegenover condens aan de binnenkant van je poncho bij regenweer. Grote hotelbedden in sjieke kamers tegenover een luchtbed met slaapzak in je trekkerstentje. Of de rijkdom van zakenmensen in Belgrado en de armoede van Bulgaarse Roma die met paard en wagen langs vuilcontainers rijden om er voor hen waardevolle spullen uit te halen.
Ik vond ‘tegenstellingen’ beslist één van de fascinerende aspecten van een tocht als de Sultans Trail. Nou vooruit, nog ééntje dan: genieten van Even Niks. Ik vond het fijn om een tijdlang níet op de hoogte te zijn van alle actualiteit, van alle gebeurtenissen in de wereld, van alle vermoeiende berichten in de media over maatschappelijke problemen die (al of niet) belangrijk zijn, maar waarvan je er soms te veel op je bordje krijgt. Wat heerlijk om daar tien weken nauwelijks iets van mee te krijgen. En daarvoor in de plaats te genieten van alle natuur en cultuur tussen Gemert en Istanbul.