Daheim an der Donau

De Sultans Trail doorkruist een groot deel van Zuidoost-Europa en staat garant voor een ontmoeting met verschillende culturen, religies, taalgroepen en met een bewogen, nog steeds levende geschiedenis.
Dat deel van Europa kent een verleden van veelvuldige migratie van bevolkingsgroepen tussen en binnen de huidige natiestaten. In dit essay worden migratiestromen van Duitstaligen belicht, met name in het stroomgebied van de rivier de Donau.

Startpunt van de Trail is Wenen, maar ook na het passeren van de Oostenrijks-Slowaakse grens blijft de invloed van de Duitstalige gemeenschap en cultuur zichtbaar. Enerzijds omdat een groot deel van het gebied voor langere tijd onderdeel uitmaakte van het vanuit Wenen geregeerde Habsburgse Rijk. Anderzijds doordat er een grote migratiestroom van Duitstalige mensen naar dit gebied heeft plaatsgevonden die van grote betekenis is geweest voor de ontwikkeling van dit gebied.
In dit essay richt ik me op de achtergrond en de organisatie van deze migratiestroom en de invloed op het gebied. Deze migratie is weliswaar verweven met het Habsburgse Rijk maar betreft vooral Duitstalige inwoners uit gebieden die nu onderdeel uitmaken van Duitsland.
Ik richt me specifiek op de Duitse migratie in de 18e eeuw naar het kerngebied langs de Donau omdat hier de Sultans Trail loopt. In de geschiedenis zijn er verschillende andere Duitse verhuizingen naar Oost-Europa geweest, maar die zal ik hier niet behandelen.

De huidige landsgrenzen zijn pas aan het einde van de Eerste Wereldoorlog vastgelegd. Tot die tijd waren er geen staatsgrenzen en was het veel makkelijker om binnen het Habsburgse Rijk te reizen en van woonplaats te wisselen. In de vorige eeuw, na die oorlog, heeft er een omslag plaatsgevonden naar een meer homogene samenstelling van inwoners, op basis van het principe van de natiestaat.
Bratislava (Pressburg), de hoofdstad van Slowakije, is bijvoorbeeld getransformeerd van een stad waar Duitsers, Hongaren en Joden de meerderheid vormden tot een Slowaakse stad met slechts marginale aantallen van die bevolkingsgroepen.
De Duitsers die in het gebied langs de Donau leefden, bestonden uit Duitse migranten binnen het Habsburgse Rijk, Duitse immigranten van buiten dat Rijk in de 18e eeuw, en Duitsers die er al woonden. In dit essay richt ik me op de migratiestroom van Duitsers van buiten het Rijk.
Als over de “Duitse” geschiedenis gesproken wordt, betekent dit dus niet automatisch dat het met deze migratie te maken heeft. Steden als Boedapest en Bratislava (Pressburg) kennen ook een Duitse geschiedenis, maar de immigratie in de 18e eeuw heeft hier maar zeer beperkt mee te maken.
Uit de statistieken blijkt dat de Duitse migratie in de 18e eeuw naar gebieden langs de Donau voor een overgrote meerderheid bestond uit groepen van buiten het Habsburgse Rijk en dat een meerderheid van die immigranten in eerste instantie niet naar de steden is getrokken, maar naar het platteland.

Die immigratie heeft zich met name op een aantal kerngebieden gericht:

  • Banat: tussen Marosch, Theiβ en Donau;
  • Batschka: tussen Donau en Theiβ;
  • Syrmien: tussen Donau en Save;
  • Slavonië: tussen Drau en Save;
  • Sathmar: rondom Satu Mare; in het noordwesten van Roemenië;
  • Het Hongaars Middelgebergte: Zuidwestelijk van Boedapest;
  • Schwäbische Türkei: rondom Pécs (Fünfkirchen);

In bovenstaande lijstje gebruik ik Duitstalige geografische benamingen omdat er mij geen Nederlandse benaming bekend is.

In dit essay heb ik een afweging gemaakt tussen enerzijds volledigheid van historische feiten en anderzijds de leesbaarheid en relevantie voor de tekst. Dit betekent dus dat ik er soms voor gekozen heb om bepaalde details niet te benoemen. Als ik bijvoorbeeld Hongarije vermeld, refereer ik aan de huidige landsgrenzen. Hierbij ben ik me ervan bewust dat de huidige landsgrenzen pas na de Eerste Wereldoorlog zijn vastgelegd en dat Hongarije daarvoor een veel groter grondgebied had. Het huidige Duitsland is pas op een later tijdstip ontstaan. Met de term Duitser refereer ik daarom aan personen die de Duitse taal als moedertaal hebben en niet direct aan de geografische herkomst.

Actieve welkomstpolitiek

De Duitse migratie werd actief ondersteund door zowel de centrale macht in Wenen als de lokale machthebbers in de regio’s van bestemming. Deze ondersteuning bestond bijvoorbeeld uit het promoten en actief werven van migranten in Duitsland, het organiseren van de reis naar de doelbestemming en het faciliteren op de eindbestemming met belastingvrijstellingen en gratis grond. In beginsel golden de vrijstellingen alleen voor de eerste jaren na de verhuizing, zodat de immigranten een nieuw bestaan konden opbouwen en de verhuiskosten konden terugverdienen. De wijze van ondersteuning was verschillend in de tijd en werd bepaald door de promotor van de immigratie, mede op grond van de kennis en vaardigheden van de immigrant.


Waarom werd deze immigratiestroom actief ondersteund?
In 1524 hadden de Osmanen in het zuiden van Hongarije de Slag om Mohacs gewonnen en daarna snel de rest van Hongarije onder hun macht gebracht. Hierdoor kwam behalve een groot deel van de Balkan ook Hongarije onder invloed van de Sultan in Istanboel te staan.
Het volgende doel van de Sultan was de verovering van Wenen. Die stad werd meerdere keren aangevallen maar het lukte de Osmanen niet om het in te nemen. Tijdens de Slag om Wenen in 1683 lukte het de Habsburgse machthebbers niet alleen om de stad te verdedigen, maar om ook het Osmaanse leger te verslaan en hiermee de machtsbasis van de Sultan te breken. Deze overwinning was alleen mogelijk door de militaire steun vanuit andere Europese landen.
Na deze slag konden de Habsburgers de Osmanen verder terugdringen, waardoor een groot deel van Hongarije onder invloed van de Habsburgers kwam. In 1711 sloten de Habsburgers het Vredesverdrag van Sathmar met de Hongaarse adel, waardoor de Habsburgers als de nieuwe machthebbers erkend werden en de nieuwe status quo formeel werd vastgelegd.
De oorlogen en veldslagen tussen de Habsburgers en Osmanen hadden tot veel doden, vluchtelingen en economische schade geleid. Nu er een nieuwe status quo was bereikt moest het land opnieuw bevolkt en opgebouwd worden en hiervoor werd de hulp van Duitse immigranten ingeroepen.
De kwantitatieve doelstelling om de ontvolkte gebieden opnieuw te bevolken werd begeleid met kwalitatieve doelstellingen. Met Duitse kennis moest een omschakeling van akkerbouw naar veeteelt plaats vinden, tegelijk met een verhoging van de agrarische opbrengst per hectare door moderne landbouwtechnieken. Er was er een grote behoefte aan ambachtelijke kennis en ervaring.
Kortom, de actieve welkomstpolitiek voor de Duitse immigranten kwam vooral voort uit eigenbelang en financiële motieven. Dat waren, in economisch spraakgebruik, “pull-factoren”.

Duitse immigranten

De belangrijkste redenen om te emigreren waren de mogelijkheid om een beter bestaan op te bouwen en de misère in Duitsland te ontvluchten. In de Duitse deelstaten was vaak sprake van overbevolking, oorlogen, en misoogsten. Met als gevolgen hongersnood, armoede en ziektes.
“Push-factoren” dus.
De immigranten waren vooral landarme of landloze Duitsers. Ongeveer 2/3 van de migranten had wat spaargeld en voor relatief weinig geld kon op de plaats van bestemming een boerderij gekocht worden of een stuk land gepacht. De eisen die aan de immigranten gesteld werden, verschilden per regio. De welkomstpolitiek was gericht op die Duitsers die een nieuw bestaan in de regio wilden opbouwen, door hard te werken en die aan bepaalde culturele en normatieve eisen voldeden.
In een destijds veel gezongen lied werden de hoge verwachten bij de migranten zelf duidelijk:

Das Ungarnland ist’s reichste Land,
Dort wachst viel Wein und Treid (Getreide)
So hat’s in Günzburg man verkündt,
Die Schiff‘ stehn schon bereit,
Dort gibts viel Vieh und Fisch und G‘flüg (Geflügel)
Und taglang ist die Weid‘,
Wer jetzo zieht ins Ungarland
Dem blüht die gold‘ne Zeit.

Een belangrijk verzamelpunt in de migratiestroom was de Zuid-Duitse stad Ulm. Vanaf hier voeren de immigranten per boot de Donau af richting Hongarije. De migranten kwamen uit alle delen van Duitsland maar werden gemakshalve aangeduid met de term Schwaben of Donauschwaben omdat de stad Ulm in de regio Schwaben ligt. Omdat alleen gehuwde stellen een boerderij konden kopen in de nieuwe bestemming moest er soms nog snel even getrouwd worden.
Omdat Ulm een protestantse stad was en de actieve welkomstpolitiek alleen gericht werd op Katholieken, het rotsvaste geloof van de Habsburgers, waren er in het begin van de migratiestroom juist geen inwoners van Ulm zelf die vertrokken. Pas na het Toleranz Edikt van 1781 was het ook voor protestantse inwoners mogelijk om dat te doen. Voor de stad Ulm was de rol als draaischijf een belangrijke economische activiteit.
Na aankomst op de eindbestemming volgde vaak teleurstelling. Beloftes van de promotors van de immigratie werden niet altijd nagekomen. Het opbouwen van een nieuw bestaan was een harde beproeving. Veel immigranten keerden daarom gedesillusioneerd terug naar Duitsland. Maar een veel groter aantal bleef en kon met nieuwe en verbeterde landbouwtechnieken, maar vooral door heel hard te werken en spaarzaam te zijn, een nieuw bestaan opbouwen. Ook de steden raakten door de toegenomen opbrengst in de landbouw en de komst van nieuwe ambachtslieden in bloei.
Waarom lukte het de Duitse immigranten wel om een zelfstandig bestaan op te bouwen? Waarom waren er Duitse immigranten nodig en kon deze omwenteling niet bereikt worden met inwoners uit het gebied zelf? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden omdat hierbij de vrije status van de Duitse immigranten vergeleken moet worden met de status van lijfeigene van de andere bevolkingsgroepen. Voor de Duitse immigranten was er dus een heel ander toekomstperspectief. Behalve culturele waren er dus ook maatschappelijke verschillen. Het succes van de Duitse immigranten zal een combinatie geweest zijn van zowel cultuur (“Fleiβ, Sparsamkeit”) als maatschappelijke structuur (“ausgeprägtes Eigeninteresse” door de vrije status).
In de dagelijkse praktijk leefden de verschillende bevolkingsgroepen van Hongaren, Kroaten, Serviërs, Roemenen en Duitsers vredig maar wel verzuild samen. De verzuiling was gebaseerd op onder andere taal, religie, mentaliteit en afkomst. Het begrip natiestaat had in deze periode nog geen betekenis.
Er zijn naar schatting 400.000 Duitsers in de 18e eeuw naar het gebied gemigreerd. Zoals in de inleiding al vermeld, waren er behalve de zogenaamde Donauschwaben ook andere Duitse migratiestromen. Duitsers hebben een belangrijke rol gespeeld in de agrarische ontwikkeling en de bloei van steden.

Twee voorbeelden:

  • In 1805 telde het Hongaarse deel van het Habsburgse Rijk circa 8,75 miljoen inwoners, waarvan 1,1 miljoen -12,5%- Duitsers. Hongarije had toen een veel groter geografisch gebied dan de huidige staat en besloeg het gebied binnen de bergketen van de Karpaten.
  • De stad Timişoara, die nu in Roemenië ligt en toentertijd in Hongarije, was rond 1900 een bloeiende en moderne stad met veel handel en cultuur en in 1884 een van de eerste steden met elektrische straatverlichting. In 1900 was een nipte meerderheid van de 60.551 inwoners Duits.

Duitse sporen

Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog ging ook het Habsburgse Rijk ten onder en werden de landsgrenzen opnieuw getrokken. Het Rijk werd opgedeeld in meerdere onafhankelijke staten, volgens het principe van de natiestaat.
Hierdoor werd de positie van de Duitsers verzwakt. De binding met de centrale Duitstalige macht in Wenen viel weg. In plaats van de belangrijkste bevolkingsgroep binnen het Habsburgse Rijk te zijn werden de Duitsers nu een kleine of veel minder omvangrijke minderheid in nieuwe natiestaten. Uiteraard was Oostenrijk een uitzondering hierop.
Natuurlijk was het gevolg niet voor alle Duitsers hetzelfde. Sommige Duitsers waren meer op Wenen gericht en bewogen zich actief binnen het Habsburgse Rijk. Daar kwam een eind aan. Andere Duitsers woonden inmiddels meer dan een eeuw in een gebied ver weg van de centrale macht, raakten geïntegreerd in de nieuwe omgeving en waren bezig met overleven. Deze nieuwe constellatie had dus niet voor alle Duitsers dezelfde negatieve betekenis, maar dat het negatief uitwerkte voor de gefragmenteerde Duitse bevolkingsgroep als geheel is wel duidelijk.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog sympathiseerden “de Duitsers” met de nazi’s om verschillende redenen: dat waren ten dele ideologische motieven, maar net als bij de andere inwoners van dit gebied speelden de nieuwe landsgrenzen na de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol. Beloftes over nieuwe of herstelde grenzen en daarmee gepaard gaande invloed waren een belangrijke drijfveer om de kant van de nazi’s of juist de tegenpartij te kiezen. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werden de Duitsers in de Donauregio als nazisympathisanten weggezet, mede verantwoordelijk gehouden voor alle gruwelijkheden en werden actief verdreven of vluchtten zelf uit voorzorg weg.
Na meer dan een eeuw keerden een groot aantal Duitsers terug naar Duitsland. De Duitsers die in het gebied bleven werden meestal onderdrukt, deelden in de economische achteruitgang onder het communisme en zouden in de volgende decennia ook grotendeels terug gaan naar Duitsland om economische of ideologische motieven. Het aantal Duitsers dat nu nog in dit gebied leeft is minimaal.
Wat overgebleven is zijn de sporen in het gebied zelf en tevens dat er meer interesse vanuit Duitsland voor dit gebied is dan vanuit Nederland. De sporen in het gebied zijn bijvoorbeeld de architectuur van de “Duitse” boerderijen, Duitstalige teksten, Duitstalige namen voor plaatsen en Duitse invloed op de nationale keuken. De interesse vanuit Duitsland geldt natuurlijk vooral voor de Duitsers die ooit in dit gebied gewoond hebben of hun nazaten, maar die belangstelling heeft er ook toe geleid dat dit onderwerp op de universiteiten daar meer betekenis heeft dan bij Nederlandse.
Voor iedereen die meer over dit onderwerp wil weten, en meer visuele achtergrondinformatie wil zien, kan ik het Donauschwäbisches Zentralmuseum in Ulm aanbevelen.

Bas Kleine
mei 2021